De vermogensbelasting in box 3 blijft in beweging. In 2026 gelden nieuwe forfaitaire rendementen, een aangepast heffingsvrij vermogen, en op de achtergrond werkt het kabinet aan een compleet nieuw stelsel op basis van werkelijk rendement. Wat betekent dit allemaal voor jouw spaargeld en beleggingen?
Hoe werkt box 3 nu?
In het huidige systeem betaal je belasting over een fictief rendement van je vermogen. De Belastingdienst gaat ervan uit dat je een bepaald percentage rendement hebt behaald, ongeacht wat je werkelijk hebt verdiend.
Je vermogen wordt verdeeld in drie categorieën:
- Spaargeld – laag forfaitair rendement
- Schulden – aftrekbaar tegen laag percentage
- Overige bezittingen – hoger forfaitair rendement (beleggingen, vastgoed, crypto)
Over het totale fictieve rendement betaal je 36% belasting.
Wat verandert er in 2026?
Forfaitair rendement overige bezittingen omlaag
Goed nieuws voor beleggers: het forfaitaire rendement voor overige bezittingen gaat niet omhoog naar 7,78% zoals oorspronkelijk gepland. Het blijft in 2026 op 6%.
Dit is het resultaat van een aangenomen motie in de Tweede Kamer. De verhoging zou te veel mensen onevenredig raken, met name in jaren met slechte beleggingsresultaten.
Heffingsvrij vermogen stijgt
Het heffingsvrij vermogen stijgt in 2026 naar:
- €59.357 per persoon
- €118.714 voor fiscale partners samen
Heb je minder vermogen dan deze drempels? Dan betaal je geen box 3 belasting.
Belastingtarief blijft 36%
Het tarief waarmee het fictieve rendement wordt belast blijft 36%.
De tegenbewijsregeling
Sinds 2024 kun je de tegenbewijsregeling gebruiken. Hiermee kun je aan de Belastingdienst aantonen dat je werkelijke rendement lager was dan het fictieve rendement.
Dit is interessant als:
- Je beleggingen slecht hebben gepresteerd
- Je vermogen voornamelijk in spaargeld zit
- Je vastgoed bezit dat in waarde is gedaald
De regeling geldt nog tot en met 2027. Daarna wordt naar verwachting het nieuwe stelsel ingevoerd.
Werkelijk rendement vanaf 2028
Het kabinet werkt aan een nieuw box 3 stelsel waarbij je alleen belasting betaalt over je werkelijke rendement. De beoogde invoeringsdatum is 1 januari 2028.
Onder werkelijk rendement valt:
- Direct rendement – rente, dividend, huurinkomsten
- Indirect rendement – waardestijging of -daling van je bezittingen
Dit betekent: in een jaar dat je beleggingen in waarde dalen, betaal je mogelijk geen of minder belasting.
Let op: nog niet definitief
Het wetsvoorstel moet nog door de Tweede en Eerste Kamer. De deadline voor behandeling in de Tweede Kamer is 15 maart 2026.
Rekenvoorbeeld box 3 in 2026
Stel, je hebt het volgende vermogen op 1 januari 2026:
- Spaargeld: €80.000
- Beleggingen: €120.000
- Schulden: €0
- Totaal: €200.000
Berekening (alleenstaand):
- Heffingsvrij vermogen: €59.357
- Belastbaar vermogen: €140.643
- Forfaitair rendement spaargeld (1,03%): €213
- Forfaitair rendement beleggingen (6%): €4.858
- Totaal fictief rendement: circa €5.071
- Belasting (36%): circa €1.826